Albanië

Algemeen

De republiek Albanië (officieel: Republika e Shqipërisë, kortweg Shqiperi) ligt in het zuidoosten van Europa, op de Balkan.
De totale oppervlakte van Albanië is 28.748 km2 en het land is daarmee iets kleiner dan België en 0,8 keer zo groot als Nederland. De maximale noord-zuidafstand bedraagt 370 km en de maximale oost-westafstand 170 km.
Albanië grenst in het noorden aan de Servische provincie Kosovo en Montenegro (287 km), in het oosten aan Macedonië (151 km) en in het zuiden aan Griekenland (282 km). In het westen grenst het land aan de Adriatische en Ionische zee; de lengte van de totale kustlijn bedraagt 362 km. De afstand tot de kust van Italië is bij de Straat van Otranto maar 80 km.
Helemaal in het zuiden ligt voor de kust het Griekse eiland Korfoe.


Landschap

Albanië bestaat in feite uit twee delen: het lage kustland en het bergachtige binnenland. De gemiddelde hoogte ligt op 708 meter boven de zeespiegel en ongeveer 70% van het Albanese landschap is bergachtig te noemen.
Het kustlandschap bestaat uit een aantal kustvlakten, die door vlakke droge ruggen van elkaar zijn gescheiden en tot maximaal 60 km landinwaarts reiken; waar ze tot aan de zee reiken, vormen ze steile, rotsige kusten. De kustvlakten zijn laag, met her en der meren en moerassen, die overigens voor een groot gedeelte zijn drooggelegd en geïrrigeerd; de winterregens en het voorjaarhoogwater van de rivieren veroorzaken er vaak overstromingen.
Meer naar het oosten ligt een heuvelachtige zone, die geen last meer heeft van overstromingen.
Het oosten van Albanië is woest en moeilijk toegankelijk. In het noorden liggen de Noord-Albanese Alpen. Hier neemt het met diepe kloven doorsneden kalkgebergte zelfs hooggebergtevormen aan (Jezerce, 2693 m). De hoogste bergtop is de Korab, 2784 meter hoog, en deze bevindt zich in het Korabitgebergte op het drielandenpunt met Macedonië en de Servische provincie Kosovo. Voor het overige bestaat het bergland uit langgerekte ruggen, sterk versneden kleine hoogvlakten en kleine bekkens. Karstverschijnselen komen ook voor.
Rond de Dessaretische meren in het zuiden ligt de enige grote, voor landbouw geschikte vlakte.


Meren en rivieren

Onbevaarbare rivieren als Drin, Mat, Shkumbî, Seman en Vijosë stromen vanuit het bergland naar de Adriatische Zee en doorbreken de bergketens in grillige en woeste dalen. De grootste rivier, de Drin, ontspringt aan het Ohridmeer (dit gedeelte heet de Zwarte Drin) en in de bergen van Kosovo ( Witte Drin).
De meren liggen allemaal in grensgebieden: in het noorden het Shkodërmeer (460-510 km2; tevens het grootste meer van het Balkanschiereiland); in het zuidoosten de Dessaretische groep op de grens met Macedonië en Griekenland: Meer van Ohrid (270 km2), Prespameer (288 km2) en het kleine Malikmeer, die allen deels buiten Albanië zelf liggen.